Brief aan Jesse - Leven met niet-weten

Gepubliceerd op 13 december 2023 om 08:06

Jesse Segers en Koen Marichal schrijven elkaar een maandelijks een brief die gepubliceerd wordt in het Tijdschrift voor Coaching. De vorige brief van Jesse van november vind je hier.

Beste Jesse,

“It was everything I expected from a leadership course: guru-esque, trippy music, unscientific, card games, enactments, and all conclusions driven by survivorship bias. His booklet is everything what’s wrong with leadership studies.” Kan tellen als feedback na een dag leiderschap in een executive masters programma, niet? Minder flatterend dan als Albertus Perkamentus ingeleid te worden, zoals jou overkwam. Deze deelnemer had vast meer deugd gehad van een machinezang zoals je beschreef in je brief, van een “slam poet” à la MIT Sloan Management Review uit mijn vorige brief.

Ik beantwoord je betoog over liefde en leiderschap uit je vorige brief met een belijdenis van alleen zijn, onrust en onzekerheid. Ik ben opnieuw in Westmalle, in de abdij, om te schrijven, lezen en rusten. Ook wel om te schuilen en mijn eigen onrust in het dagdagelijkse te temperen. Zoals je weet woon ik alleen. Zonder partner en mijn twee zonen uit huis. Jongvolwassenen die hun eigen weg zoeken. Ook het werk is eerder een stroom van gebeurtenissen dan een vaste plek. In mijn huis wonen drie jonge vluchtelingen, Isa uit Sierra Leone, Samuel uit Servië en Tareq uit Palestina. We hebben weinig contact. Het is ongemakkelijk. Het is leven en laten leven. Ze hebben vooral warmte, liefde, nodig en dat heb ik niet op overschot. Het zorgt voor onrust, een gevoel van onmacht. Niet kunnen doen wat nodig is. In een gesprek met Adrienne Axler, een van de dames die ons inspireert in leiderschap, kaartte ze het al aan. Onrust.

Het besef dat zoveel nodig is en… tekortschieten.

In de abdij ga ik erover in gesprek  met de abt. Eindelijk, na al die jaren een regelmatige gast te zijn, waag ik het om het gesprek met hem aan te gaan. Ik praat met hem over mijn onrust, mijn broosheid, mijn zoektocht naar gemeenschap, warmte. Die “wellness” waarmee je je brief eindigde. Veel mensen hebben het moeilijk om een eenvoudig antwoord te geven op de vraag “hoe gaat het met jou?” Broeder Benedictus vertelt over zijn zoeken, dat hem brengt bij zenboeddhisme, filosofen als Lacan en Derrida, mystici. Maar ook een dagelijkse portie klassieke muziek. “Ik zet me daar bewust voor neer. Ik luister. Het vraagt toewijding. Het is een vorm van meditatie. Eigenlijk is onrust een menselijke conditie en is het een dagelijkse oefening om ermee leren om te gaan”’.

Ik bevraag hem over zijn leiderschap. “Ja, ik ben een jaar overste en ik ontdek dat individuele aandacht belangrijk is. Om de broeders individueel te benaderen en opdrachten te geven. Misschien is het een raar woord, maar om ze graag te zien.” Weer die verrekte liefde. Leiderschap start met de mensen, waar je verantwoordelijk voor bent, graag te zien. “Wat is je aspiratie?” vroeg ik door. “De gemeenschap wordt kleiner, sterft uit. Hoe ga je daarmee om?” “Ja. Dat is een zorg. We kunnen nog tien jaar verder, schat ik. We creëren een basis , zodat de brouwerij en de gebouwen hun opdracht kunnen blijven vervullen. En voor de rest is er het niet-weten. Ik vind hoop wel belangrijk. Ik stimuleer het denken bij de broeders, met nieuwe ideeën uit andere culturen. We hangen te veel vast aan traditie, terwijl traditie ook leeft. Ik wil hun creativiteit stimuleren.”

Leven met niet-weten, zonder houvast, zonder referentiepunt en creatief omgaan met de onrust die dat teweegbrengt en ook de alleenheid daarin. Het is voor ieder mens de opdracht. We benoemen het soms ook als de verticale dimensie in leiderschap. Leiders kunnen alleen staan, op zichzelf zijn, en vallen niet samen met de groep. Herman Van Rompuy vertelde in het interview dat ik met hem had: “Ik ga nooit 100 % voor iets. De goegemeente zegt gemakkelijk dat je je volledig moet geven. Ik heb dat niet. Ik heb ook nooit thuis gepraat over wat ik overdag meemaakte. Mijn vrouw vroeg daar ook niet naar. Gelukkig maar.” Datzelfde ‘alleen zijn’ doet hem ook aarzelen om zichzelf als leider te zien. “Leiders hebben volgelingen en ik zit zo niet in elkaar. Ik begrijp wel dat mensen dat zeggen, dat ik hen inspireer, maar dat ervaar ik niet zo.”

In haar boek “The lonely city” – alleen al omwille van de titel voor mij een metgezel dezer dagen – vertelt Olivia Laing over alleen zijn en de vele vormen ervan. Dit doet ze aan de hand van bekende personen, zoals Edward Hopper, Klaus Nomi en Andy Warhol. In een ander boek over vrijheid en lichaam is Wilhelm Reich een rode draad. Hij  predikte de liefde en moedigde daarmee ook de seksuele revolutie aan. Als leerling brak hij met zijn meester Sigmund Freud, die pessimistischer was over de menselijke aard en daardoor ook begrip toonde voor het nationaal-socialisme van de jaren ’30. Waar we weer uitkomen bij de klassieke tweespalt in leiderschap: een positief of negatief mensbeeld. Dit terzijde, maar ook wel een heerlijk boek. En dank aan Soetkin Bulcke die me op het spoor van deze auteur zette.

“As soon as I became a loner in my own mind, that’s when I got what you might call a following. 

Andy Warhol  werd populair, geliefd, gevolgd op het moment dat hij besloot geen liefde meer te willen. Een beetje zoals Van Rompuy tegen wil en dank op het schild van leiderschap geheven werd. In zijn acceptatiespeech als Europees President zei hij ook letterlijk “ik heb hier niet om gevraagd”. ‘Mijn persoonlijke vraagstuk van het omgaan met alleen zijn en onzekerheid is het vraagstuk voor velen in leiderschap. Je moet niet handelen uit nood aan aandacht, roem, geld, macht, maar de eigen noden in toom houden. En tegelijkertijd wel het werk blijven doen. “Je niet laten opsluiten in patronen van wantrouwen,” zoals Van Rompuy het zo mooi zegt.

Alleen kunnen zijn, je eigenheid onder ogen zien en dat ook toelaten. Jezelf worden. In jezelf de overtuiging ontwikkelen dat iets de moeite waard is en de onzekerheid die daarbij hoort toelaten. “There’s a gulf between your aesthetic passions as an artist and the indifference of the world,” met de al eerder geciteerde woorden van Ai Wei Wei, wiens overzichtstentoonstelling in Rotterdam ik nog te doen heb (noot aan mezelf). We zijn het zo gewoon gaan vinden om ons te verantwoorden, om mensen te corrigeren als we vinden dat ze ons niet goed begrijpen, om te strijden voor hoe we “gezien” willen worden. Wellicht ook om ons minder alleen te voelen. Terwijl het juist bevrijdend is om dat niet te doen. Het maakt energie vrij om daar terughoudend in te zijn, het geeft ademruimte, rust en innerlijke vrijheid, die dan aanzet tot meer openheid voor de ander, een dieper luisteren en dus ook creativiteit.

Overste Benedictus heeft me nog enkele boeken aangeraden. Werk van mystici uit de middeleeuwen. Het kan mijn “guru-esk zijn” vast ten goede komen. Maar eerst nog “Lonely city” uitlezen. Passend ook wel voor dit bijzondere moment van het jaar, net voor de midwinter.

Ik wens jou, jouw dierbaren, en de lezers veel menselijke warmte en weinig machinezang toe de komende weken. En daarin ook wat alleen zijn, en glimlachen over je eigen toestand. Tragi-komisch, nietwaar?

Koen