14 jaar geleden, op 19 november 2009 wordt Herman Van Rompuy gekozen tot eerste president van de Raad van Europa. Hij is toen nog maar een jaar premier van België. De wereldpers portretteert hem als een grijze muis, wel een met humor en macht. Een asceet, gematigd conservatief, een gerespecteerde bemiddelaar, een intellectueel, sober en degelijk, een Europeaan in hart en nieren. Bij zijn ambtsaanvaarding op 1 januari 2010 zegt hij: "Ik aanvaard mijn aanstelling tot permanent voorzitter die ik als een eerbetoon beschouw aan België, dat zich als stichtende lidstaat onophoudelijk heeft ingezet voor de opbouw van Europa. Ik was geen kandidaat voor deze functie, maar ik neem ze met veel enthousiasme aan. Het profiel van de Europese president is duidelijk: dialoog, eenheid en actie staan centraal. Ik wil de nadruk leggen op de verscheidenheid die de Unie kenmerkt, waardoor onderhandelingen waarbij iemand verliest geen goede beslissing zijn. Het imago van de vergadering van staatshoofden en regeringsleiders wordt opgebouwd door de behaalde resultaten. Daarbij pleit ik in navolging van de "rustige vastheid" voor de stapsgewijze benadering: step by step, maar zonder too little too late."